Dag 13 – Dolfijntjes

10 augustus – Amber heeft buikpijn en gaat niet mee op de dolfijnentrip. We gaan met z’n 4en. We komen bij het strand en zagen het in de verte al licht worden. Een schitterende lucht. De bootjes komen ons ophalen.

Het zijn grappige smalle bootjes met drijvers aan de zijkanten. We worden naar onze boot gewezen. Na een kleine 10 minuten op zee stopt de motor ermee. Iedereen dacht tegelijk… ‘oké’. Maar we zaten niet verkeerd. Mooi uitzicht. Lekker warm.

Met elke poging om de motor weer aan de praat te krijgen klinkt het beroerder. Onze niet zo spraakzame schipper pakt zijn telefoon en vraagt om hulp. Daarna pakt hij zijn houten peddels en begint terug te varen. Ik denk dat we uiteindelijk voor het donker wel terug zouden zijn geweest maar gelukkig worden we vrij snel opgepikt door een andere boot. Wij konden verder. De onfortuinlijke schipper moest toch wel echt even door peddelen.

Deze motor klinkt beter en binnen no-time zijn we bij de andere bootjes. En ja… daar zijn de dolfijnen. Op de één of andere manier voelt het veel te toeristisch, maar ze zwemmen toch ook volledig vrijwillig mee. Er zijn wel echt veel te veel boten.

Bij terugkomst gaan we ontbijten. Amber eet nog even niet mee vanwege haar buikpijn. Het eten is lekker. Iedereen gaat voor de tweede ronde.

We zitten eigenlijk wel heel lekker maar helaas, het is alweer tijd om uit te checken. De chauffeur en de gids staan weer klaar. Off we go. Een andere waterval. De GitGit waterval, welteverstaan. Deze is wat kleiner dan die van gisteren maar zeker de moeite waard. Natuurlijk wel even doorbijten langs alle sarong- en houtsnijd- kraampjes. You buy? You come back later? Gelukkig zijn het wel wat minder trappen dan gisteren.

Daarna gaan we naar een lokale markt. We proeven van alles. Slangenfruit, mangosteen, lychees. Zowel de groente als het fruit zien er super uit. Het staan wel meer bussen buiten. We zijn niet de enigen die deze route nemen. Dit is de route naar een belangrijke bezienswaardigheid en iedereen pikt een graantje mee.

We kopen wat snoepachtige dingen en slangenfruit. De naam komt van de schil van deze vrucht. De smaak lijkt wat op appel, maar dan veel steviger qua structuur. Bijna richting iets nootachtigs.

De volgende stop is een icoon van Bali. De Pura Ulun Danu Bratan tempel aan het grote bergmeer. Het is erg druk met toeristen. Sinds dat we in Indonesië zijn hebben we nog niet zoveel toeristen gezien, en dat doet wel iets met de beleving. Alles wat we tot nu toe deden voelde heel authentiek, maar nu zijn we toch in de insta wereld beland.

We nemen wat foto’s nu er toch zijn. Het is een mooie tuin met bijzondere planten. De gids laat ons ruiken aan de eucalyptusboom. Het ruikt naar Tijgerbalsem. Hij stelde voor hier wat te gaan eten. Maar daarvoor was het echt iets teveel pretpark. Zijn volgende voorstel klonk vele malen beter: rustig eten tussen de rijstvelden.

Dat was alleen pas na de volgende attractie. De grootste rijstterrassen van Bali. Zeg maar diegenen die je overal op foto’s ziet als je op Bali googelt. Het staat zelfs op de Unesco werelderfgoedlijst. Bijzonder om te zien hoe het water uit de berg en uit de rivier zo’n groot gebied van water kan voorzien. Door de doordachte aanleg zorgt de zwaartekracht ervoor dat alle terrassen efficiënt van water worden voorzien.

Het ziet er wel heel fris uit hoe het water altijd van terras naar terras stroomt. Kinderen spelen vrolijk in het water en roepen ons iets na. Heel even schommelen op de grote schommels met uitzicht over de terrassen. En zoals beloofd, we hebben heerlijk rustig geluncht tussen de rijstvelden. Amber was ondertussen behoorlijk opgeknapt dus die heeft lekker ontbeten.

De laatste stop van vandaag is Monkey Forest. Niet ‘het’ Monkey Forest maar iets kleinschaliger. Met privé gids. Er zijn inderdaad veel apen. De grootste.. ‘The Boss’ houdt je al snel in de gaten en binnen no time zit hij op je schouder. Hij weet dondersgoed dat hij pinda’s krijgt van de begeleider als hij zich een beetje gedraagt.

Jasmijn krijgt een blije aap op haar schouder, dan nog niet wetende dat dit ons in de vakantie nog wel wat bezig gaat houden.

Ik vind er het mijne van. Wel grappig om de diertjes van zo dichtbij te zien, dat zeker. Een volgende keer zal ik dit onderdeel skippen.

Verderop zien we een aapje met een kindje. Het ziet er zo schattig uit, maar de baby blijkt overleden te zijn. De moeder kan het zo te zien nog niet geloven en sleept het kind mee. Dit is hoe het soms werkt in de natuur, maar we vinden dit allemaal wel erg heftig om te zien.

Uit beleefdheid nemen we de foto bij de uitgang, maar dit toneelstukje proberen we in het vervolg te vermijden.

De 2-daagse tour zit er op. We worden afgezet bij een bijzonder mooi hotel tussen de rijstvelden. We kijken vanuit de kamer uit over de endless pool. In Ubud draait alles om toerisme en dat merk je. Bali is heel anders dan Java maar er waren tot nu toe ook wel duidelijke overeenkomsten. In Ubud beland je ineens in een andere wereld. Compleet met Griekse restaurants en Taco’s.

Wat ook opvalt is het aantal mensen dat in een restaurantje aan het werk is. De workation is blijkbaar wereldwijd echt een ding, en Ubud staat zo te zien hoog op het lijstje.

Voor de avond kiezen we een restaurant van onze tiplijst. Bebek Bengil. We leren van de menukaart dat Bebek ‘eend’ is. Pepijn en ik gaan ervoor. Amber en Jasmijn delen de gegrilde vis. Patty gaat voor Spaghetti. Eerlijk is eerlijk deze eend was super.

Het lijkt erop alsof we ons hier wel gaan vermaken. Maar het loopt toch wat anders.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *